Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Opdat gij [22]eerlijk wandelt bij degenen, [23]die buiten zijn, en [24]geen ding van node hebt. 22. Dat is, buiten opspraak. Want de heidenen zelfs misprijzen ook zulk doen. Het Griekse woord betekent, hetgeen welvoegt of welstaat. 23. Dat is, die nog van het geloof vreemd zijn, gelijk 1 Kor.5:12. 24. Of, geens, of niemand; namelijk dergenen die buiten zijn; want het Griekse woord kan beide lijden.